Hoe verduurzaam je een erfgoedpand: deel 3: dakisolatie en zonnepanelen


Wil je het energieverlies van je woning aanpakken, begin dan eerst bij het isoleren van je dak! Hiermee kan je 25% tot 30% energie besparen én vaak heeft deze ingreep ook maar een beperkte impact op de erfgoedwaarde.

Warme lucht stijgt en zal kan bij niet geïsoleerde daken razend snel de weg naar buiten vinden. Wanneer je dak niet luchtdicht is, creëer je ongewenste luchtstromen of tocht die ervoor zorgen dat je geen comfortabel warm gevoel ervaart in je woning.

Het is dan ook belangrijk deze twee problematieken samen aan te pakken. De isolatie zal ervoor zorgen dat de thermische weerstand verhoogt en je de warmte beter binnenhoudt. Vervolgens zal je de isolatie langs de binnenzijde voorzien van een luchtdichte-en dampremmende folie om de luchtdichtheid te verhogen.

Er zijn drie manieren om je dak van isolatie te voorzien. De keuze is afhankelijk van het type dak en de ruimte aan de binnen-of buitenzijde van de dakstructuur.

 

Optie 1

Isolatie tussen de kepers met een zacht isolatiemateriaal zoals minerale wol, is het minst ingrijpend voor het uitzicht van het gebouw. De bestaande dakbedekking hoeft hierbij niet te worden verwijderd, op voorwaarde dat er al een onderdak aanwezig is. Dat kan een folie zijn of harde onderdakplaten. Rechtstreeks onder de pannen isoleren zorgt voor vochtschade aan de dakstructuur, doordat er geen verdamping meer mogelijk is. Als er al een binnenafwerking aanwezig is, kan bij vernieuwing van het dak de isolatie langs buiten worden aangebracht.

 

Optie 2

Isolatie tussen de kepers met een zachte isolatiemateriaal zoals minerale wol, gecombineerd met isolatieplaten onder de kepers. Dit is aan te raden als de keperbalken maar een beperkte dikte hebben, waardoor de optimale isolatiewaarde niet wordt gehaald. Dit is vaak het geval bij erfgoedgebouwen. Op zich volstaat 6 cm isolatie voor de normen van de wooncode, maar voor gebruiksruimtes is dat beperkt.

Opgelet: Alleen harde isolatieplaten onder de kepers plaatsen is geen goed idee.  De luchtspouw tussen onderdak en isolatie zorgt voor condensatie, afkoeling en klankkasteffect! De minerale wol tussen de kepers werkt isolerend, geluiddempend en is brandveilig.

 

Afgewerkt dak met gecombineerde binnenisolatie (©Erfpunt)

Optie 3

Isolatie langs de buitenzijde (Sarkingdak). Dakisolatie van doorgaans harde isolatieplaten wordt bovenop de kepers,geplaatst. Dit is vooral een optie als de dakisolatie moet worden vernieuwd. Dit is ook interessant als er een historische binnenafwerking van het dak aanwezig is, of als de historische kepers nog bewaard en in goede staat zijn.

Opgelet!  Verhoging van je dak heeft impact op de aansluiting met het metselwerk van zijgevels, de dakaansluiting met je buren en de afstand tot je dakgoot. Het kan bovendien een grote impact hebben op het uitzicht van je gebouw. Maak dus best een zorgvuldige afweging.

Gecombineerde isolatie langs de buitenzijde met minder dikke platen (6 cm) met binnenisolatie tussen de kepers kan hierbij een oplossing zijn om de visuele of technische impact beperkt te houden en tegelijk voldoende r-waarde (=warmteweerstand) te voorzien.

Voorbeeld van verspringende daken tussen buurpanden als gevolg van dakisolatie langs de buitenzijde (© Erfpunt)

 

Dakvlakvensters

Wanneer daglicht wil binnentrekken via een dakvolume kan worden geopteerd om bijkomende dakvlakvensters te voorzien. Moderne dakvlakvensters zijn vaak niet de meest esthetische oplossing bij historische schuren, boerenwoningen en hoeves. Naast de klassieke dakvensters bestaan er ook tochtdichte dakvensters met thermische onderbreking en HR++ beglazing die beter aansluiten bij authentieke historische modellen. Neem een kijkje bij Ferov, Ferolux of de retro serie bij Fakro of Velux voor mee inspiratie.

Voorbeeld van nieuwe thermisch geïsoleerde stalen dakvlakvensters

Zonnepanelen

Het plaatsen van zonnepanelen op een plat of schuin dak is vrijgesteld van vergunning. Hoewel dit een impact heeft op de erfgoedwaarde, is beslist vanuit het agentschap Onroerend erfgoed om alleen in specifieke gevallen het plaatsen van zonnepanelen te beperken. Om het straatbeeld niet te veel te verstoren gebeurt bij voorkeur langs de achterzijde van een dakvlak of op een bijgebouw. Daarnaast kan soms ook de kleur van de zonnepanelen worden aangepast aan het type dakbedekking voor een betere inpassing. Let ook op het legpatroon van je zonnepanelen voor een eenvormige en harmonisch geheel met je dakvlak. Ondertussen is gebleken dat het combineren van panelen op verschillende dakvlakken tot het beste rendement leidt, zodat je geniet van de ochtendzon (oost), middagzon (zuid) én avondzon(west). Maak de plaatser van zonnepanelen gerust attent op je eigen wensen voor wat betreft esthetiek in functie van erfgoedwaarden van je woning. De prioriteit ligt niet louter op het behalen van een zo groot mogelijk rendement.

Grondinstallatie zonnepanelen kan bij erfgoed met een ruimere tuin kan ook een goede optie zijn. Hiervoor heb je wel een vergunning nodig. Je kan kiezen voor een discrete plaats in de tuin waar je een goede bezonning hebt.

Het agentschap Onroerend Erfgoed ontwikkelde een brochure voor de afweging bij Zonne-energie in erfgoedcontext, neem hier ook even een kijkje wanneer je overweegt om zonnepanelen te plaatsen: https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/AKOE/5/AKOE005-001.pdf

Het renoveren van bouwkundig erfgoed zal altijd een beetje maatwerk blijven. Laat je bij de renovatie van je dak wanneer nodig bijstaan door een professioneel bedrijf of gespecialiseerde dakwerker. Je kan ook steeds advies vragen aan de erfgoedconsulenten bij Erfpunt Waasland. We helpen je graag verder!

Erfpunt verbindt en inspireert