De komende tijd gaan we graag dieper in op architect Edmond De Perre-Montigny en zijn verwezenlijkingen in het Waasland. Deze architect en zijn rijke oeuvre blijken relatief onderbelicht te zijn gebleven. In een eerste bijdrage lichten we een tipje van de sluier op over zijn levensloop.
De Perre-Montigny: provinciaal architect avant la lettre
Edmond Henri Jean Baptiste de Perre werd geboren op 14 maart 1826 in de Sint-Pietersnieuwstraat in Gent.[1] Hij was de zoon van Jean Baptiste Van Perre en Marie Anne Renard. Een dag later werd hij door zijn vader aangegeven bij het Gentse stadsbestuur. Hij zal gedurende de 2e helft van de 19e eeuw één van de belangrijkste architecten van openbare gebouwen in Oost-Vlaanderen worden.
Voor de verdere carrière van Edmond is zijn vader niet onbelangrijk. Jean Baptiste Van Perre was onder het Hollandse bewind een ambtenaar van de waterstaat. De Inspectie van de waterstaat was een onderdeel van het Bureau voor den Waterstaat, een Nederlands overheidsorgaan dat verantwoordelijk was voor openbare werken binnen de provincies of departementen.[2] . Na de Belgische revolutie in 1830 gaat de dienst op in het nieuwe Korps Bruggen en Wegen, dat opgericht werd naar model van het Franse Corps des Ponts et Chaussées.[3] Tot december 1837 was Jean Baptiste daar een conducteur, waarna hij gepromoveerd werd tot ingenieur 3e klasse.[4] De conducteurs hadden vooral een controlerende functie binnen de dienst. In 1850 werkt hij als ingenieur 2e klasse binnen datzelfde korps.[5] Door deze promotie verschuift zijn takenpakket naar een meer ontwerpende functie.
We vinden de jonge Edmond op 20-jarige leeftijd terug als student-architect aan de Koninklijke Academie in Gent. Hij staakt echter zijn studies wegens ziekte, waarna hij nooit een diploma voor architectuur behaald.[6] Hij was echter eerder wel al bekroond voor zijn architecturale vaardigheden. In 1842, op 16-jarige leeftijd, wint hij een medaille voor zijn ontwerptekeningen.[7] In mei van het jaar 1856 trouwt Edmond de Perre met Eugénie-Marie Charlotte Montigny.[8] Op zijn huwelijksakte staat vermeld dat hij het beroep van bouwkundige uitoefent en op dat moment nog steeds bij zijn ouders in de Sint-Pietersnieuwstraat woont. Eugénie-Marie was de dochter van de griffier van de Oost-Vlaamse provincieraad, wat Edmonds carrière zeker geholpen kan hebben. Verder was haar broer Louis advocaat en hoogleraar aan de universiteit van Gent. Zijn invloed als schepen van openbare werken in Gent van 1891 tot 1895 zal echter beperkt zijn, aangezien Edmond toen niet meer actief was als architect.
Na zijn huwelijk vestigt hij zich als architect in de Sint-Pietersnieuwstraat en voegt daarbij de naam van zijn hooggeplaatste echtgenote toe aan de zijne. Naast zijn overduidelijk talent als ontwerper, kunnen we het succes van Edmond de Perre-Montigny als architect zien als een combinatie van de goede connecties en een juiste context. Kort na de Belgische onafhankelijkheid drongen verschillende ingenieurs van het korps Bruggen en Wegen aan op het creëren van een nieuwe ambt: de provinciaal architect.[9] Deze had een toezichthoudende functie zoals de conducteur en zorgde ervoor dat de hoofdingenieurs van het korps ontlast werden.[10] Het effectieve invoeren van dit ambt varieert echter van provincie tot provincie. In de meeste provincies gebeurde dit nog nog voor 1840. In Oost-Vlaanderen duurde het tot 1880 voor de eerste provinciale architect, Pieter Van Kerkhove, aangesteld werd. Dit vacuüm was perfect voor private architecten zoals Edmond de Perre-Montigny. Hij kon, mede dankzij zijn connecties binnen de provincie en het korps B & W, vele publieke opdrachten in Oost-Vlaanderen binnen halen. Hij ontwierp en overzag vanaf 1856 zowel religieuze als seculiere gebouwen in Oost-Vlaanderen.[11] Aan zijn oeuvre worden momenteel 91 gebouwen toegeschreven.[12] Hieronder vallen voornamelijk pastorijen, kerken, schoolgebouwen en gemeentehuizen. Naast deze projecten zien we De Perre-Montigny ook terugkeren in andere openbare werken, bijvoorbeeld de aanleg van een spoorweg naar Breskens.[13] In 1882 stopte hij als architect.[14]
We durven stellen dat Edmond de Perre-Montigny een provinciaal architect zonder titel was. Een eerste argument is dat hij openbare gebouwen over de hele provincie Oost-Vlaanderen, van Zulte tot Lebbeke ontworpen heeft. Verder overzag hij, naast het ontwerpen, ook verschillende projecten.[15] Dit was de exacte functiebeschrijving van de provinciale architect. Pas twee jaar voor zijn pensioen werd de eerste officiële provinciale architect in Oost-Vlaanderen aangesteld. Het is uiteraard speculatie om daar een verband in te zien, maar dat is wel een opmerkelijk detail. Eén van de verschillen met de provinciale architecten is dat zijn budget niet vastgelegd werd door de provincieraad. Hierdoor kwam hij soms in aanvaring met de lokale overheid wegens zijn te dure projecten.[16]
In 1895 overlijdt Edmond de Perre-Montigny op 69-jarige leeftijd in Gent.
Bibliografie
Cornilly, J. (2010) “Het belangenconflict tussen architecturaal ontwerp en toezicht. Het ambt van provinciaal architect in het 19e-eeuwse België.” BTNG / RBHC 40, nr. 4 (2010): 557-601.
Dierickx, C. (2004) “Architect Edmond De Perre-Montigny en zijn bouwwerken in groot-Assenede.” Twee Ambachten 12, nr.2 (2004): 8-29.
Bronnen
De Koophandel 11.10.1864, p. 2
Echo du Parlement 03.02.1865, p.3
Mémorial Administratif De La Flandre Orientale XLIV. Gent: Stéven, 1838.
Messager de Gand 12.10.1842, p.2
Le Moniteur Belge: journal officiel année 1850 – premier semestre. Brussel: Deltombe, 1850.
[1] Dierickx (2004), 8.
[2] Cornilly (2010), 562.
[3] Cornilly (2010), 565-9.
[4] Mémorial administratif de la Flandre Orientale XLIV 1838, p. 59, .
[5] Moniteur Belge: journal officiel année 1850 – premier semestre (Brussel: Deltombe, 1850): 453.
[6] Dierickx (2004), 8.
[7] Messager de Gand 12.10.1842, p.2
[8] Dierickx (2004), 8.
[9] Cornilly (2010), 570.
[10] Cornilly (2010), 570.
[11] Dierickx (2004), 8.
[12] Inventaris onroerend erfgoed 2022: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten?tekst=De+perre-Montigny&erfgoedwaarde=true&bewaringstoestand=1&pagina=3 geraadpleegd op 10/2/2023
[13] Echo du Parlement 03.02.1865, p.3 & De Koophandel 11.10.1864, p. 2.
[14] Dierickx (2004), 8.
[15] Dierickx (2004), 26.
[16] Dierickx (2004), 22-4.