Het fallusbord van Doel – Deurganckdok


Het fallusbord van Doel – Deurganckdok

#objectvandemaand – februari 2025

Naar aanleiding van Valentijn is het object van de maand van iets pikantere aard: het fallusbord van Doel – Deurganckdok. 

In januari 2000 gingen de graafwerken voor de kaaimuren van het Deurganckdok van start. Dankzij de opmerkzaamheid van B. Vergauwen werd al snel opgemerkt dat daarbij archeologische sporen aangesneden werden. Hoewel er na de melding snel werd ingegrepen, bleek de bovenste 50 cm van het archeologische niveau al weggegraven te zijn, waardoor enkel nog de dieper ingegraven grachten en greppels onderzocht konden worden. Resten van (eventuele) gebouwen waren jammer genoeg geheel verdwenen. 

Ondanks de moeilijke onderzoeksomstandigheden, leverde de archeologische interventie toch belangrijke informatie op. Hoewel er geen gebouwresten gevonden werden, was het duidelijk dat er sprake was geweest van een nederzetting. Deze was ingeplant langs de Schelde, boven op een kleipakket dat door een laatmiddeleeuwse overstroming was afgezet op het veen dat in de ruime omgeving voorkomt.  

De nederzetting was door middel van greppels ingedeeld in verschillende percelen. Deze waren min of meer georiënteerd op een 20 m brede gracht die door de nederzetting liep. Deze gracht stond waarschijnlijk in verbinding met de Schelde en was bevaarbaar met platbodems. Binnen de nederzetting vonden ambachtelijke activiteiten (waaronder lood-/tingieten) plaats en stond mogelijk de handel centraal. Het kan dan ook gaan om een overslagplaats. 

Vermoedelijk heeft de nederzetting maar heel kortstondig bestaan. De oorsprong moet rond het midden van de 13de eeuw gezocht worden, terwijl het einde ingeluid werd door een catastrofale stormvloed aan het einde van diezelfde eeuw of het prille begin van de volgende. Door die stormvloed werd veel materiaal uit de nederzetting meegesleurd. Het drijvende materiaal kwam terecht in verschillende draaikolken en zonk zo naar de bodem van de brede centrale gracht. Hierdoor ontstonden verschillende clusters met volledige tot intacte vondsten. Daarnaast bevatten de verschillende greppels en grachten ook materiaal dat tijdens de bewoningsperiode overvloedig gedumpt werd. Daarbij gaat het vooral om “keukenafval”, zoals (gebroken) vaatwerk, maar ook leder, houten voorwerpen en talrijke voorwerpen in brons en lood-tinlegering (voornamelijk insignes), alsook een massa voedselafval. Onder dit huishoudelijk afval bevond zich ook een opmerkelijk fragment van een bord. 

Hoewel borden vandaag de dag niet meer weg te denken zijn uit het dagelijkse leven, kwamen ze in de middeleeuwen maar uitzonderlijk op tafel. Meestal werd uit gemeenschappelijke schotels gegeten. Daarbij kon gebruik gemaakt worden van een snede brood (taillor in het Oudfrans, vandaar onze huidige “talloren”). De meeste borden werden dan ook gebruikt als serveerschaal, niet als individueel bord.

Het bord was gemaakt uit roodbakkend aardewerk. Op de bodem kunnen nog twee uitgeknepen standvinnen gezien worden. De bovenzijde van het bord – de “spiegel” – was bedekt met een sliblaag waarin een opvallende tekening was aangebracht. De fallus en scrotum springen meteen in het oog. Wie zijn aandacht van het geslachtsdeel kan houden, ziet aan de zijkant van de scherf nog – in verhouding veel kleinere – fragmenten van behaarde benen.  

De precieze reden voor deze afbeelding op een bord is niet duidelijk, maar het is weinig waarschijnlijk dat het diende om de eetlust te bevorderen… De afbeelding van overdreven grote geslachtsdelen of erotische scenes is echter niet zo uitzonderlijk voor de (late) middeleeuwen. Ze kwamen wel vaker voor als versieringsmotief op, of als vorm van, gebruiksvoorwerpen. Gelijkaardige borden werden onder andere gevonden in Aardenburg en Dordrecht. Ook zijn er meerdere “fallusbekers” – bekers in de vorm van een penis met balzak – gekend, onder andere uit Sluis. Het bekendste voorbeeld zijn de vele erotische insignes met vaak absurde afbeeldingen van vulva’s en penissen of copulerende koppels. Soms wordt aan deze afbeeldingen een apotropaeïsche betekenis gegeven: een bezwering tegen het kwade, denk aan het hedendaagse bijgeloof in het “boze oog”. Het is echter waarschijnlijker dat deze voorwerpen vooral een humoristische functie hadden. Misschien kunnen ze in verband gebracht worden met de viering van speciale gelegenheden, zoals vastenavond of een huwelijk. Bij dat laatste gebeurde het wel eens dat het kersverse echtpaar door de bruiloftsgasten naar de slaapkamer begeleid werd. Misschien was het bord een humoristische manier om die “appetijt” op te wekken.

Erfpunt verbindt en inspireert