#objectvandemaand – januari 2020
Tussen 1989 en 1995 groef onze dienst in Waasmunster zo’n 300 Romeinse graven op. Het waren stuk voor stuk crematiegraven, verdeeld over een oostelijk en een westelijk grafveld. Crematie was reeds sinds lang voor de Romeinse periode de overheersende dodenritus, en zou dat, zeker in landelijk Noord-Gallië, nog tot ver in de derde eeuw na Christus blijven.
Veruit het grootste deel van de crematiegraven bestond uit een rechthoekige kuil waarin de houtskoolresten van de brandstapel waren gestort, samen met de verbrande fragmenten van aardewerk of sieraden die met de afgestorvene waren meegegeven. Uit de minieme hoeveelheid menselijke botjes die in de ‘graven’ werd teruggevonden mogen we afleiden dat de nabestaanden, na het afkoelen van de brandstapel, zorgvuldig alle gecremeerde botjes van de overledene uit de assen hadden bijeengezocht. Wat ze met die menselijke resten deden blijft vooralsnog een raadsel. Werden ze in een pot verzameld en in het huis bewaard? Werden ze elders begraven? Of misschien verbrijzeld en uitgestrooid? We weten het niet.
In dat opzicht was de vondst van een zogenaamd beenderpakgraf (ook wel ‘beendernest’ genoemd) erg uitzonderlijk. Een pakket van circa 1,5 kg gecremeerde botten was, samen met een tiental verbrande spijkers en enkele sporadische brandstapelresten, achtergelaten in een kuil en afgedekt met een grote scherf van een kruikamfoor. Het is onduidelijk hoe we deze vondst moeten interpreteren. Ging het hier om een voorbeeld van het begraven van reeds gecremeerde resten? Maar waarom zijn ze dan zo zeldzaam? Had de overledene misschien geen verwanten die de botten claimden? Maar waarom was dan zoveel moeite gedaan om ze uit de assen bijeen te zoeken?
Deze resten maken, samen met 271 ensembles, het onderwerp uit van een uniek onderzoek dat op basis van de verhouding tussen bepaalde radioactieve isotopen wil achterhalen waar mensen uit het verre verleden opgroeiden en naartoe reisden (www.crumbel.org). De resultaten worden over een viertal jaar verwacht.
In ‘Uit Vlaamse Bodem 6’ werd het Gallo-Romeinse grafveld van de vicus Pontrave uitvoerig beschreven. Download het nummer hier.