Snelle met hoer van Babylon

Snelle met de hoer van Babylon

Snelle met de hoer van Babylon

#objectvandemaand – mei 2020

Deze taps toelopende bierpul, of beker, werd opgegraven in Steendorp, bij het voormalige Blauwhof, of het Hof van Leugenhaege. Hij is volledig gedraaid met vlakke standvoet, en volledig in zoutglazuur op een ijzer-engobe. De versiering, in de vorm van een ovaal medaillon, is een voorstelling van de hoer van Babylon.

De hoer is afgebeeld als een edele, rijk getooide dame in een kleed met pofmouwen en een decolleté. In amazonezit berijdt ze een meerkoppig monster. In de opgeheven rechterhand houdt ze een ciborie. Links worden drie geknielde personages afgebeeld, die de (zeven) koningen symboliseren waarmee ze ontucht heeft gepleegd. Op de achtergrond wordt een ommuurde stad getoond.

Bovenaan het medaillon prijkt een banderol met het opschrift: IOHANNS●AM●XVII. Het betreft een verwijzing naar het hoofdstuk 17 van het boek Openbaring van Johannes (nieuw testament). De letters A en M zijn mogelijk afkortingen van Apocalyps (einde van de wereld) en Millennium (het duizendjarig Godsrijk). Beide onderwerpen worden eveneens in het boek Openbaring behandeld.

Maker van de afbeelding is Hans Hilgers (signatuur HH, rechts van het hoofd van de hoer), een vervaardiger van ornamentmatrijzen uit Siegburg, die werkzaam was van 1569 tot 1595.

De allegorische betekenis van de hoer van Babylon

De hoer van Babylon is een allegorische beschrijving in de Bijbel over een stad die heult met de bestrijders van de christelijke kerk. In de originele Bijbeltekst gaat het over de grote hoer. Met hoereren wordt hier geen prostitutie bedoeld maar wel het heulen met de andersgezinde (de antichrist). Aangezien Babylon zich hieraan schuldig maakte, is later de “grote hoer” vereenzelvigd met de “hoer van Babylon”.
In de rooms-katholieke interpretatie wordt Babylon als de symbolische naam gezien voor Rome. Rome is zetel van het Romeinse rijk en is tevens het centrum van heidendom, christenvervolging, wreedheid en hebzucht.

In het fanatieke protestantisme van de 16de eeuw – in dit geval Lutheranisme – wordt de rooms-katholieke kerk geïnterpreteerd als de hoer van Babylon. Rome, waar de zetel van de paus gevestigd (Vaticaan), is namelijk gebouwd op 7 heuvels en die worden vereenzelvigd met het zevenkoppig monster. Dit geldt eveneens voor de 7 koningen die ontucht bedreven met de hoer.

Het antiklerikalisme blijkt het duidelijkst uit het feit dat de hoer de ciborie in de hand houdt. In deze zilveren of gouden kelk met een deksel en kruis, werden de hosties bewaard. Het geloof dat deze na het consacreren werden omgevormd tot het lichaam van Christus, werd door de protestanten totaal verworpen. In de oorspronkelijke Bijbeltekst bevatte deze beker (ciborie) de wijn van de ontucht, en dit gegeven werd dan ook de protestanten zeer creatief geïnterpreteerd tegen de katholieke kerk.

Kanunnik Jan De Mere, een protestant?

Deze snelle met antikatholieke afbeelding, die vervaardigd is tussen 1569 en 1595, is gevonden in de walgracht van het Hof van Leugenhaeghe. Het hof was tot 1572 eigendom van Jan De Mere, kanunnik van de kathedraal van Antwerpen. Uit historische documenten weten we echter dat kanunnik Jan De Mere bindingen had met een lutheraanse Duitse theoloog, magister Joachim Hartmann. Uit een geheime lijst van 1567 aangaande de geloofsovertuiging van een aantal personen blijkt namelijk het volgende: Joachimme (Joachim Hartmann) is gelogiert tot Jan De Mere, in’t hus van Sint Bernart (te Hemiksem)… Verraad deze snelle met een antikatholiek thema de protestantse sympathie/overtuiging van Jan De Mere?

Tekst: Rudiger Van Hove met aanpassingen door Johan Van Cauter.

Erfpunt verbindt en inspireert