Het Waasland is een bloeiende regio waar veel archeologisch onderzoek uitgevoerd wordt. De basisverwerking van deze onderzoeken biedt echter niet altijd een antwoord op onderzoeksvragen die de individuele site/locatie overstijgen. Daarnaast is het Waasland rijk aan bouwkundig en landschappelijk erfgoed dat de nodige aandacht verdient. Deze zaken kunnen het onderwerp vormen van verder onderzoek, zoals een bachelorpaper, thesis of syntheseonderzoek.
Wil je graag werken rond één van onderstaande onderzoeksvragen, neem dan contact op met Erfpunt via academie@erfpunt.be. Wij helpen jou graag verder.
Archeologisch onderzoek
Verwerking van vondsten en contexten
- Nieuwkerken – Wallenhofwijk 1997: verwerking van een Romeinse site
- Steendorp – Blauwhof: verwerking van graven uit de ijzertijd
- Archeometrische studie van misbaksels uit een 12de/vroeg-13de-eeuwse pottenbakkerssite
- Bij een noodonderzoek in de winter van 1999/2000 werd in Stekene een pottenbakkerssite opgegraven. Diverse ovenstructuren werden onderzocht, alsook tientallen grote afvalkuilen, waarvan telkens de helft van het vondstenmateriaal ingezameld werd. De context bestaat uit vele m³ scherven, waarvan slechts een fractie geremonteerd werd door vrijwilligers. Deze site biedt meerdere mogelijkheden.
- Verwerking van één of meerdere contexten: remontage, registratie en beschrijving van vormtypes.
- Bakselstudie (magering, herkomst klei, …), eventueel in combinatie met een onderzoek naar de verspreiding van deze baksels binnen gelijktijdige sites, zowel binnen als buiten het Waasland. Zo is het interessant dat in Hulst (Nl) aardewerk wordt gevonden dat (visueel) afkomstig lijkt van dit atelier.
- Het “verdronken dorp” in Doel – Deurganckdok
- Door een stormvloed in de 14de eeuw kwam materiaal uit een naburige nederzetting in een brede gracht terecht. Van de woningen zelf werden geen resten gevonden, maar het materiaal in de gracht (aardewerk, metaal, leer, …) bleef wel uitzonderlijk goed bewaard dankzij de gesloten context. Tot op heden is er echter nog geen grondige studie gebeurd van het vondstenspectrum.
- Lowlands Ware en ander reducerend gedraaid Romeins aardewerk in het Waasland
- De ondergrond in het Waasland is zeer rijk aan klei. Minstens vanaf de middeleeuwen was er sprake van lokale kleiontginning en productie van aardewerk. Behalve een Romeinse dakpanoven in Temse, zijn er echter geen duidelijke bewijzen voor een lokale aardewerkproductie tijdens de Romeinse tijd. Een archeometrisch onderzoek van Romeins aardewerk uit het Waasland (en daarbuiten) zou meer licht kunnen werpen op de precieze herkomst van het aardewerk.
- Materiaalstudie van de baggervondsten uit de Schelde, Durme en Rupel
- Lipidenonderzoek van dolia
- Dolia worden over het algemeen in verband gebracht met de opslag en vervoer van graan of olijfolie, of voor de productie van wijn of vissaus. Lipidenonderzoek van een dolium in Vrasene toonde echter aan dat deze gebruikt werd voor zuivel (boter-/kaasproductie?). Dit roept dan ook de vraag op of de algemene verwachting voor het gebruik van dolia in onze streken welk correct is. Een uitgebreid lipidenonderzoek op dolia in het Waasland en daarbuiten kan mogelijk nieuw licht werpen op het gebruik van deze aardewerkvorm. Daarbij dienen zowel landelijke als meer urbane contexten (vb. vicus van Waasmunster – Pontrave) onderzocht te worden. Dit kan antwoord bieden op volgende onderzoeksvragen:
- Waarvoor werden dolia gebruikt? Was enkel in Vrasene sprake van zuivel, of is dit ook aanwezig in andere contexten?
- Indien er sporen van zuivel aanwezig zijn, is er dan mogelijk een verband met technisch aardewerk binnen dezelfde site? Kan dit wijzen op een lokale productie van kaas en/of boter?
- Zijn er verschillen waarneembaar tussen landelijke en urbane nederzettingen?
- Zijn er verschillen waarneembaar binnen verschillende landschappelijke contexten (vb. omgeving van Durme of Schelde versus de drogere cuestarug)?
- XRF-analyse van Romeinse munten
- Kan door middel van XRF-onderzoek van munten uit de Romeinse provincies een chronologisch beeld verkregen worden van de samenstelling van de in onze streken voorkomende Romeinse munten? Zijn er regionale verschillen? Zijn er afwijkingen ten opzichte van de rest van het Romeinse rijk? Kunnen niet-leesbare munten aan de hand van de opgemaakte referentietabel toch gedateerd worden?
Bronnenonderzoek, literatuurstudie, geografie
- De vroege (en volle) middeleeuwen in het Waasland: leven aan de rand van, en in het Koningsforeest
- Het ontstaan van het Waasland is in grote lijnen gekend, maar er blijven nog onopgeloste vragen bestaan. Algemeen wordt aangenomen dat er voor de 12de eeuw weinig mogelijkheid bestond voor de ontwikkeling van bewoningskernen binnen het Koningsforeest. Dit ligt echter niet in lijn met historische gegevens. Zo wijst de toponymie op een ruime verspreiding van vroegmiddeleeuwse nederzettingen, soms zelfs op een continuïteit met de Gallo-Romeinse tijd (vb. Vrasene, Kemzeke, Temse). Toch blijft de archeologisch duidelijk vastgestelde aanwezigheid van vroegmiddeleeuwse sites hoofdzakelijk beperkt tot de omgeving van de Durme en Schelde. De vraag is dan ook waarom elders nog geen vroegmiddeleeuwse nederzettingen vastgesteld werden. Werden deze daadwerkelijk nog niet gevonden, of werden vroegmiddeleeuwse resten (gebouwplattegronden, aardewerk) niet (h)erkend? Een kartering van de vroegmiddeleeuwse toponiemen en een nieuwe analyse van oude onderzoeken en vondstmeldingen kan mogelijk een nieuw licht werpen op de vroegste ontwikkeling van de huidige gemeenten.
- De landschappelijke evolutie van het Waasland en de geografische subregio’s
- Bij tientallen archeologische onderzoeken in het Waasland werd het landschap gereconstrueerd aan de hand van pollen en macroresten. Door het in kaart brengen van de onderzoeken waarbij dit gebeurde en de verschillende resultaten naast elkaar te leggen, kan een diachroon overzicht gemaakt worden van het Wase landschap. Deze landschappelijke evolutie kan gekoppeld worden aan de bewoningsgeschiedenis van het Waasland.
- Locatiekeuze voor archeologische contexten in het Waasland
- Binnen welke landschappelijke en aardkundige (bodem, reliëf, …) contexten komen verschillende archeologische sites (nederzettingen, begraving, agrarisch gebied, …) wel, of juist niet, voor? Zijn hier patronen te herkennen? Zo ja, zijn deze ook waarneembaar in een ruimere context (Zandig Vlaanderen, Vlaanderen, …), of zijn deze eerder specifiek voor het Waasland of de subregio?
Archeologie en computerwetenschappen
- Patroonherkenning binnen opgravingsplannen
- Gebouwplattegronden zijn vaak duidelijk herkenbaar op allesporenkaarten. Wanneer er echter sprake is van een hoge sporendensiteit, is het soms lastig om door de bomen het bos te zien. Zo kunnen sommige gebouwplattegronden aan de aandacht ontsnappen en bijgevolg niet geregistreerd worden. De ontwikkeling van een toepassing die met behulp van machine learning/artificiële intelligentie automatisch gebouwplattegronden kan onderscheiden, zou een grote meerwaarde betekenen voor het archeologisch onderzoek. Tijdens het veldwerk zou de opgravingsstrategie eventueel aangepast kunnen worden op basis van de analyse van tussentijdse sporenplannen. Daarnaast zou een (her)analyse van gearchiveerde opgravingsplannen nieuwe inzichten kunnen opleveren.
- Machine learning voor aardewerk
- Aardewerk is vaak een belangrijke bron voor de datering van contexten. Voor verschillende perioden zijn meerdere typologieën beschikbaar, gebaseerd op uitgebreid onderzoek. Elke typologie hanteert echter een eigen benaming en een eenvoudig concordantieoverzicht is zelden beschikbaar. Door gebruik te maken van machine learning kan de herkenning van aardewerk en de koppeling naar bestaande typologieën geautomatiseerd worden. Een internationaal voorbeeld daarvan is ArchAIDE, voor de herkenning van terra sigillata. Op basis van technische tekeningen en/of 3D-scans van aardewerk kan voor Vlaanderen een gelijkaardige toepassing gebouwd worden.
- Geautomatiseerd aligneren en samenvoegen van niet-overlappende meshes
- De inzet van 3D-scanning bij de verwerking van vondsten biedt nu reeds een grote meerwaarde en vereenvoudiging van het registratieproces. De remontage van gebroken artefacten blijft echter een manueel werk. De ontwikkeling van een 3D-randherkenning zou er voor kunnen zorgen dat meerdere 3D-scans automatisch digitaal geremonteerd kunnen worden. Dit zou een bijzonder grote meerwaarde betekenen voor archeologisch onderzoek, aangezien een zeer tijdsintensief werk overgenomen zou kunnen worden door een computer. Zeker bij contexten met een grote hoeveelheid artefacten kan hierdoor veel kenniswinst gegenereerd worden. Hierbij moet niet enkel gedacht worden aan aardewerk, maar ook de remontage van steentijd artefactensites behoort tot de mogelijkheden.
Deponering en bewaring
- Opslag en bewaring van pollen en macroresten
- Bij archeologische onderzoeken worden vaak stalen genomen van pollen en/of macroresten. Binnen de basisverwerking worden deze echter niet allemaal geanalyseerd, waardoor ze vaak in een depot belanden. Deze stalen kunnen echter degraderen bij een langdurige bewaring. Zo kunnen pollen en macroresten “kapotvriezen” waardoor ze niet meer te onderzoeken zijn. Er is echter geen duidelijk kader voor de optimale bewaring van deze stalen. Een uitgebreid onderzoek zou antwoord kunnen bieden op volgende vragen:
- Welke containers kunnen best gebruikt worden voor een langdurige bewaring?
- Wat is de ideale temperatuur voor de bewaring van deze stalen?
- Hoe snel degraderen deze stalen in verschillende bewaaromstandigheden (container, temperatuur, …)? Is er een bepaalde periode waarna de informatiewaarde van de stalen te gering is om de bewaring verder te zetten?
- Wat is de impact van calamiteiten (vb. langdurig uitvallen elektriciteit) op de bewaring van de stalen?
Erfgoedonderzoek
- Het linielandschap van het Waasland. Zichtbare en onzichtbare getuigen van 250 jaar strijd (1565-1830)
- Door de ligging aan de grens van Vlaanderen is het Waasland vaak deel geweest van strijdtonelen. Deze hebben vaak hun sporen achtergelaten in het landschap. Hoewel meerdere hiervan nog zichtbaar zijn in het huidige landschap, zijn er ook veel resten verdwenen onder de grond.
- Door middel van een combinatie van een literatuurstudie en de verwerking van cartografische bronnen, eventueel aangevuld met terreinwaarnemingen (boringen, geofysisch onderzoek, …), kunnen de historische linies in het Waasland in kaart gebracht worden.
- Naast een beter inzicht in de rol die het Waasland speelde in de militaire geschiedenis biedt dit ook de mogelijkheid om landschappelijk en archeologisch interessante relicten te lokaliseren op het terrein. Zo kunnen handvatten aangereikt worden aan het beleid om deze zones te vrijwaren.
- De Wase hoeve: overzicht en evaluatie van de landelijke bak- en zandsteenbouw in het Waasland (16de-18de eeuw)
- De traditionele architectuur van hoeves in bak- en zandsteen wordt als kenmerkend gezien voor het Waasland. Daarbij dient het overzichtswerk van De Groot uit 1955 nog altijd als de referentie, hoewel dit naast waardevolle bouwkundige informatie ook vooral gedreven is vanuit een nostalgische blik. In Bouwen door de Eeuwen heen geeft A. De Mey een eerste aanzet voor een typologische indeling van deze hoeves, zonder hier heel diep op in te gaan. Een systematische bouwhistorische vergelijking en waardering van deze hoeves is echter nog nooit uitgevoerd. Dit heeft tot gevolg dat bijna geen enkele van deze hoofdzakelijk 17de-eeuwse hoeves beschermd is zodoende sterk onder druk staan om hun authenticiteit te verliezen of zelfs volledig onder de sloophamer te verdwijnen. Een bouwhistorische waardering van deze hoeves kan daarom aan de basis liggen voor een onderbouwd beschermingsvoorstel.
- Interbellumarchitectuur in het Waasland
- De architectuur uit de jaren 1920-1940 blijkt slechts sporadisch meegenomen te zijn bij de opmaak van het boek ‘Bouwen door de eeuwen heen’ (1981). Vooral in de landelijke deelgemeenten blijkt hier nauwelijks aandacht aan besteed en is vooral gekeken naar het traditionele dorpsbeeld met herenhuizen en dorpswoningen. Steekproeven wijzen echter uit dat er bij de heropleving tussen beide Wereldoorlogen in wel degelijk ook pareltjes in de meer landelijke gemeenten zijn opgericht, die tot dusver onder de radar zijn gebleven. De onderwaardering van dit erfgoed heeft als gevolg dat verschillende van deze panden ongemerkt verdwijnen als gevolg van dorpskernontwikkeling. Een gerichte inventarisering en waardering dringt zich op.
- De kerk in het midden: waardering van de Wase kerken met het oog op herbestemming
- De visienota met betrekking tot het kerkenbeleid (2011-2021) heeft geleid tot een stroom van kerkenbeleidsplannen. De meeste daarvan schetsen een vrij afwachtend scenario, waarbij vaak wordt gekeken naar nevenbestemming als oplossing. Het lijkt er echter op dat deze visie het komende decennia grondig zal worden herzien. Om te kunnen anticiperen op dit debat is een verdere waardering van het kerkelijke patrimonium nodig op een regionale schaal, waarbij niet alleen aandacht is voor de erfgoedwaarden, maar ook wordt gekeken naar de haalbaarheid voor de inpassing van een nieuwe bestemming. Welke lessen zijn er te trekken uit de talrijke herbestemmingsonderzoeken die uitgevoerd zijn door Team Vlaams Bouwmeester en hoe zijn deze toepasbaar in een Wase context?
- Architect Edmond De Perre-Montigny
- Bouwheer van talrijke gemeentehuizen, kerken, scholen en pastorieën in de 19de eeuw, maar nog geen duidelijk overzicht van zijn oeuvre bij gebrek aan persoonlijk archief. Vermoedelijk zijn verschillende gebouwen in het Waasland van zijn ontwerp, hoewel niet alle reeds konden worden toegewezen zoals de school van Tielrode of de pastorij van Sint-Gillis-Waas. Vergelijkend onderzoek en bijkomend archiefonderzoek kan hier uitsluitsel brengen.
- IJskelders in het Waasland
- IJskelders komen vooral voor op kasteeldomeinen vanaf de 19de eeuw, maar de traditie van het stockeren van ijs gaat al veel verder terug in de geschiedenis. Door de opkomst van de diepvrieskasten na WO II geraakten deze constructies in onbruik. Het Waasland is rijk aan kasteeldomeinen die teruggaan tot de middeleeuwen, waarbij op de meeste een of meerdere ijskelders terug te vinden zijn. Over deze constructies is echter in feite weinig geweten. Een inventarisatie en opmeting van deze ijskelders moet het mogelijk maken deze beter te dateren en typologisch te vergelijken. Daarnaast dient ook de toestand van deze constructies te worden geëvalueerd en aanbevelingen geformuleerd voor behoud en beheer. Verschillende ijskelders worden momenteel gebruikt door vleermuizen als overwinterplaats en een aantal zijn hiervoor ook speciaal ingericht. Zijn hier nog winsten te maken door het verbeteren van de toegankelijkheid van sommige ijskelders?
- Architect Charles Nissens: gemeentearchitect van Temse vanaf 1905
- Charles Nissens staat gekend voor zijn eclectische bouwstijl in de vorm van stadswoningen en burgerhuizen, maar ook het gemeentehuis van Temse is van zijn hand. Hij bouwde hoofzakelijk binnen Temse, maar ook in Sint-Niklaas en Kruibeke en tot in Zwijndrecht zijn er intussen gebouwen van hem gekend. Echter is er weinig geweten over de architect zelf, de tijdsgeest waarin hij zijn gebouwen mocht ontwikkelen en zijn rol als gemeentearchitect van Temse. Vermoedelijk zijn er nog meer gebouwen naar zijn ontwerp in het Waasland. Archiefonderzoek en vergelijkend onderzoek kan hier eventueel uitsluitsel brengen. Heeft deze architect nog ergens een planarchief?
- Architect Albert De Smet
- Albert is de minder bekende broer van architect Triphon De Smet, waarover reeds een thesis geschreven werd door Bert Van der Veken (UGent). Nochtans heeft Albert De Smet ook een mooi oeuvre in Temse dat nadere aandacht verdient.
- Architect F. Van Goethem
- F. Van Goethem is een enigmatische architect van twee gebouwen in koloniale interbellumstijl. Mogelijk zijn ook Villa Alberta in Waasmunster, en zijn Lokerse tegenhanger van zijn hand. Het verder uitpluizen van zijn oeuvre en levensloop kan interessante inzichten opleveren.
- Brouwerij De Brabander in Waasmunster
- Een onderzoek van de groei en het functioneren van de brouwerij in relatie tot de bewaarde gebouwen. Is er een familierelatie met de oprichters van de herenwoning op nr. 113? Is er een relatie met Brouwerij De Brabander in Elversele?