Onze blogpost van deze maand gaat in op het isoleren van buitengevels van historische gebouwen. Daarbij bekijken we de opties voor isolatie aan de binnenzijde.
Waar het isoleren van nieuwbouwwoningen of het na-isoleren van recentere woningen een vrij eenvoudige zaak is, is dat voor historische en zeker erfgoedwaardige panden immers allerminst het geval. De waarde van erfgoedpanden bevindt zich vaak in de buitenschil – zowel aan de buitenkant als de binnenkant. Deze erfgoedwaarden[1] willen we natuurlijk maximaal behouden, en dus gaan we op zoek naar een evenwicht tussen cultuurhistorische en belevingswaarde enerzijds, en wooncomfort/energieprestaties anderzijds.
Door muren en kieren – Oorzaken en gevolgen van warmteverlies
Een woning verliest warmte op twee manieren. Enerzijds door warmtegeleiding door materialen heen, en anderzijds door ongecontroleerde luchtwisseling via kieren. Het warmteverlies via gevels kan oplopen tot ongeveer 35%. Daarom kan isolatie hier direct tot een hoger comfort en rendement leiden.
Toch dient gezegd dat historische gebouwen door hun massieve muren in baksteen vaak ook een beter behoud van energie hebben dan hedendaagse constructies in snelbouwsteen.
Algemeen gelden voor isolatie van gevels volgende regels:
Het oog wil ook wat
Historische gebouwen met cultuurhistorische waarde bezitten vaak waardevolle elementen aan de buitengevels: waardevol (decoratief) metselwerk, waardevolle bepleistering, architecturale details,… Daarom is na-isoleren langs de buitenzijde van het gebouw vaak niet de beste oplossing, aangezien hierdoor mogelijk veel van deze waardevolle elementen zouden verdwijnen of aan het zicht ontnomen worden.
Als de woning geen of minder erfgoedelementen aan de binnenzijde van de buitenmuren bezit, kan isolatie langs de binnenzijde van de buitenmuren, hoewel technisch niet ideaal, wel een oplossing bieden.
Soorten binnenisolatie
Bij het isoleren van buitenmuren aan de binnenzijde onderscheiden we drie methoden:
1: Dampdicht isoleren waarbij voor de isolatie een dampremmende laag (folie) aan de (warme) binnenzijde komt, eventueel afgewerkt met een gipsplaat of een andere binnenafwerking.
Schematische weergave van dampdicht isoleren
2: Dampopen systemen met een dampdoorlatende isolatie zonder een dampremmende laag aan de warme zijde te voorzien.
3: Dampopen systemen mét vochtbufferende werking: bij deze vrij recente methode wordt langs de binnenzijde een isolatielaag aangebracht die waterdamp kan doorlaten. Deze laag kan de inwendige condensatie van warme, vochtige binnenlucht tijdelijk bufferen in het isolatiemateriaal en/of de lijmmortel om op termijn in dampvorm terug te worden afgegeven naar de binnenruimte. In de praktijk gaat het dan om specifieke afwerkingspleisters (vb. kalkhennep) of vaste panelen op basis van calciumsilicaat.
Schematische weergave van capillair actief isoleren
Afhankelijk van de gekozen materialen kunnen combinaties gemaakt worden van deze eigenschappen en methoden.
Een berekend risico
Het isoleren van bakstenen buitenmuren langs de binnenzijde houdt wel enkele bouwfysische risico’s in. Een buitenmuur neemt water op door (slag)regen of nevel. Door de isolatie duurt het langer voordat deze droogt, omdat die de warmte tegenhoudt en de temperatuur van de bakstenen muur verlaagd. Bij vochtgevoelige muren (op de zuidwestkant) en/of zachtere bakstenen kan dit leiden tot schade zoals barsten in de bakstenen bij herhaaldelijk vriezen en dooien of zoutafzettingen.
Aan de andere kant kan waterdamp (door kookdampen, douchedampen, uitgeademde lucht,…) zich van de binnenruimte naar buiten verplaatsen. Als de waterdamp de bakstenen muur bereikt, kan condensatie ontstaan in de laatste laag van de binnenisolatie. Dit vermindert de thermische prestaties van de isolatielaag en kan schimmelvorming of andere schade veroorzaken.
Om dit te vermijden moet de binnenisolatie doordacht en vakkundig aangebracht worden en het type isolatie afgestemd zijn op de vochtgevoeligheid van de muur of ruimte.
Door gebruik van een dampdichte isolatie wordt bijvoorbeeld de doorgang van vochtige binnenlucht verhinderd. Dit is dus een goede oplossing voor badkamers of keukens. Er moet hier zeker steeds voldoende ventilatie van de binnenruimte voorzien worden om de vochtige binnenlucht naar buiten te transporteren.
Bij regenbelaste muren kan gekozen worden om met een dampopen vochtbufferend systeem te werken. Het is eveneens belangrijk om de buitenmuur zelf zo goed mogelijk droog te houden. Opstijgend vocht of lekkende goten dienen te worden verholpen vooraleer de isolatie aan te brengen. Wanneer de erfgoedwaarde van de buitengevel het toelaat, kan bijvoorbeeld een dunne kalkpleister aanbrengen op een vroeger bepleisterde 18de/19de-eeuwse gevel of een silicaatverf of kaleilaag op een voormalig ‘gewitte’ hoeve al een goede vochtwerende oplossing zijn, die toch voldoende ‘ademend’ is waardoor de buitenmuur toch op een natuurlijk manier kan drogen wanneer deze vocht bevat. Het hydrofoberen van buitengevels, waarbij een waterafstotend chemisch preparaat op de gevel wordt aangebracht, wordt afgeraden. Deze chemische laag verstoort de droging en de ‘ademende’ werking van stenen muren en kan op termijn tot schade leiden.
Samengevat :
Het isoleren van buitenmuren langs de binnenzijde is minder eenvoudig dan aan de buitenzijde, maar onder deskundige begeleiding zeker haalbaar, én vaak de beste oplossing voor waardevolle historische gebouwen. De erfgoedconsulenten van Erfpunt kunnen je vrijblijvend adviseren over de erfgoedwaarden en -elementen van jouw pand, en helpen bij het zoeken naar een gepaste oplossing op maat.
Bronnen en links:
Afbeeldingen:
Overgenomen uit: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (2020). Na-isolatie van historische woonhuizen (1e editie)