Opgraving door Erfpunt: Middeleeuwse boeren in Sint-Niklaas

Opgraving door Erfpunt: Middeleeuwse boeren in Sint-Niklaas

Vanaf midden 2024 krijgen meerdere straten in het zuiden van Sint-Niklaas een gescheiden rioleringsstelsel. Het terrein dat daarvoor als werfzone zal dienen werd in de loop van augustus opgegraven door archeologen van Erfpunt. Dat onderzoek leverde enkele bijzondere vaststellingen op.

De opgraving vond plaats aan de Galgstraat, vlak bij de Eigenlostraat. Er werd door buurtbewoners dan ook uitgekeken naar sporen van die roemruchte galg, al moet die enkele honderden meters verderop hebben gestaan, op de hoek van de Eigenlostraat en de Galgstraat. Wat de archeologen aantroffen was echter niet minder bijzonder: een goed bewaard boerenerf uit de volle middeleeuwen, een cruciale, maar nog slecht gekende periode uit de geschiedenis van het Waasland.

“Het erf was ingericht rondom een huis met opvallende, gebogen wanden en een aflopend dak dat het gebouw een beetje het uitzicht moet hebben gegeven van een op zijn kop gezette boot. Archeologen spreken dan ook wel eens van ‘bootvormige’ gebouwen”, zegt archeoloog Bart Lauwers. Dit soort gebouwen was niet ongewoon in de Kempen en Nederland, maar kwam amper voor aan onze kant van de Schelde. Die rivier vormde in die tijd de grens tussen het hertogdom Brabant en het graafschap Vlaanderen. Het Waasland, dat in die periode op de grens lag tussen beide, is de enige regio waar die ‘Brabantse’ bootvormige huizen samen voorkwamen met de ‘Vlaamse’ hallenhuizen zoals we die uit de rest van Oost- en West-Vlaanderen kennen.

“Ze waren volledig in vergankelijke materialen opgetrokken: hout, stro, leem, … Materialen die niet bewaard blijven in de bodem. Wij archeologen moeten het dan ook doen met verkleuringen in de grond op de plaatsen waar de palen van het gebouw waren ingegraven. Maar alleen die kleurschakeringen al leren ons al heel veel. Bijvoorbeeld dat de boeren die zich hier vestigden dat deden op grond die al eeuwenlang niet was bewerkt. Het moeten dus in feite pioniers geweest zijn”. Die pioniers waren zelfvoorzienende boeren die, als gevolg van de bevolkingsdruk in de boomende middeleeuwse steden zoals Gent en Antwerpen, de wijk namen naar onder meer het Waasland. Dat was, na de Romeinse periode, bijna 1000 jaar onbewoond gebleven en bood dus genoeg grond en hout om in hun levensonderhoud te voorzien. Als hun leefomgeving interessant genoeg was kregen de pioniers soms buren en groeide de bewoning aan. Die clusters zouden dan in de eeuwen daarop uitgroeien tot de woonkernen zoals we die nu kennen. “We keerden in de Galgstraat dus als het ware terug naar het embryonale Waasland”, aldus Lauwers.

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 1. Vlnr.: Johan Smet (voorzitter Erfpunt), Bart Lauwers (archeoloog), Filip Baeyens (ondervoorzitter Erfpunt, schepen Sint-Niklaas), Werner Wyns (veldtechnicus) en Rani Evaert (archeoloog).

Het onderzoek leverde evenwel niet alleen middeleeuwse sporen op. “Onze pioniers gebruikten Romeinse dakpannen om hun palen te stutten. Die moeten op dat moment al een 1000 jaar in de buurt van hun erf hebben rondgeslingerd, en suggereren dus een Romeinse site in de nabije omgeving.”

De alleroudste vondsten op de site gaan echter niet minder dan zo’n 4500 jaar terug in de tijd. “We vonden op de site ook twee gepolijste stenen bijlen terug, en een geveugelde pijlpunt uit vuursteen. Het was voor mezelf 15 jaar geleden dat ik nog zo’n bijl had gevonden. En nu twee achter elkaar, dat is wel heel speciaal”. Van de boeren die ze achterlieten zijn helaas geen sporen teruggevonden, maar zulke vondsten maken dit onderzoek des te memorabel, besluit Lauwers.

Figuur 2. De gepolijste bijl in 3d (via “full screen” krijg je hem op je hele scherm te zien)

Deze opgraving aan de Galgstraat is nog niet het einde van het archeologische traject bij de wegenwerken. Voor de aanleg van de weg zelf zal nog een opvolging gebeuren in de Hoogkamerstraat om te proberen achterhalen hoe oud de verbinding tussen Sint-Niklaas en Temse precies is. Ook binnen de Galgstraat zelf zal nog een opgraving volgen. In de 19de eeuw werden langs weerszijden urnenvelden uit de ijzertijd (± 800 – 50 v.C.) gevonden. De kans is zeer groot dat deze ook aanwezig zullen zijn onder het huidige wegdek. De eerste verharding werd hier namelijk pas in de late 19de eeuw aangelegd.

 

 

 

 

 

 

Figuur 3: een overzicht van de site op een luchtfoto

Erfpunt verbindt en inspireert