Hoe verduurzaam je een erfgoedpand: deel 5: vloeren


 

In onze blogreeks over het verduurzamen van gebouwen met erfgoedwaarde gaan we deze keer in op de vloeren. De vloer is in het interieur vaak een belangrijk decoratief element, zeker in de publieke ruimtes als een hal of leefruimte. Vloeren bieden vaak mogelijkheden tot comfortverhoging, maar in sommige gevallen is bij een bestaand gebouw toch enige creativiteit nodig om ook de erfgoedwaarde ervan te bewaren.

Over de vloer: de meest voorkomende historische vloerafwerkingen

Tot in de middeleeuwen leefden onze voorouders op vloeren van aangestampte leem. Alleen de gegoede klasse had de mogelijkheid om natuurstenen plavuizen te leggen. Dat veranderde in de late middeleeuwen met de opkomst van tichelbakkerijen, zoals onder meer in Stekene onder impuls van de Boudeloo-abdij. In onze oudste Wase hoeves en dorpswoningen komen dergelijke terracotta tegelvloeren nog voor.  Op de vloer van deze ‘schone kamer’ en in de hal werden meestal plavuizen gelegd, in een rode of zwarte kleur.

Op de verdieping werden doorgaans plankenvloeren gelegd, ondersteund door een zoldering van moer- en kinderbalken.  In de ‘schone kamer’ van het woongedeelte zien we vaak versierde balksleutels onderaan deze moerbalken . De planken in eiken- of dennenhout werden soms bewerkt met was, zeep, hars of lijnolie. Parketvloeren waren voorbehouden voor de rijke burgerij en komen we vooral tegen in de herenhuizen vanaf de 18de eeuw. Daarvoor werd hout gekozen in de juiste kleur en met de juiste hardheid. De meest bijzondere exemplaren zijn de zogenaamde marquetterieparketten, waarbij houtsoorten met verschillende kleuren in patronen gelegd werden. Het visgraatpatroon is zo’n populair legpatroon voor parket. De vloeren waren meestal opgebouwd met een middenstuk met daarrond een fries en een boord.

In prestigieuze openbare gebouwen werden vaak vloeren in Belgisch marmer gelegd, al dan niet in een dambordpatroon. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw doen industriële keramische grestegels en cementtegels hun intrede in een groot aanbod aan kleuren en motieven. Het verschil tussen de twee zit in het productieproces en is te herkennen aan het formaat en de textuur. Cementtegels waren ook een stuk goedkoper. In herenhuizen werd vaak ook een ‘tegeltapijt’ gelegd met een boord in een ander motief. Vanaf 1930 worden vooral in de massa gespikkelde of gevlamde tegels en blokparket toegepast. In inkomhallen blijven mozaïekvloeren populair.

Onderhoud en herstel

Alle vloeren zijn onderhevig aan slijtage, maar afhankelijk van het type kunnen vloeren ook snel mechanische schade zoals krassen en barsten oplopen.  Pas bij houten vloeren zeker op belasting met zware voorwerpen en vocht. Vermijd vochtindringing bijvoorbeeld door een overlopende regenwaterafvoer en ventileer voldoende zodat de vloer kan ademen.

Voor het onderhoud van beide materialen geldt eigenlijk hetzelfde advies; droog borstelen, voorzichtig stofzuigen of reinigen met een microvezeldoek volstaat meestal om het meeste vuil weg te krijgen. Het opschuren van historische houten vloeren is sterk af te raden. Boenen daarentegen heeft een positief effect op de levensduur van de vloer. Houten vloeren zijn gevoelig voor een teveel aan water bij onderhoud. Gebruik voor tegelvloeren de juiste schoonmaakmiddelen.  Op zich is reinigen met zuiver regenwater vaak voldoende, zeker voor poreuze vloeren. Hou rekening met het materiaal van de vloer. Vloeren in kalksteen zijn gevoelig voor detergenten en ontkalkers. Vloerzepen met lijnolie kunnen bijvoorbeeld verkleuringen veroorzaken. Meer aandachtspunten voor het onderhoud van historische vloeren vind je in de brochures van Monumentenwacht.

Let ook goed op afbrokkelend voegwerk of loszittende tegels. Als tijdelijke maatregel kan je een gipsvoeg aanbrengen rondom de tegel. Deze kan later vervangen worden door een nieuwe kalkmortel, zorg er dan wel zeker voor dat dit een compatibele mortel is. Gebroken of beschadigde tegels kunnen vaak onzichtbaar gelijmd en hersteld worden en hoeven daarom niet volledig vervangen te worden. Het herstel van beschadigingen of opnieuw bevestigen van losliggende planken is specialistenwerk.

Isoleren

Op zich is het warmteverlies via een vloer op volle grond beperkt. Ongeïsoleerde vloeren kunnen tot 5% energieverlies geven, wat een groot verschil is ten opzichte van het energieverlies van andere elementen van de buitenschil, zoals het dak of het schrijnwerk.  Wanneer je je erfgoedpand wil verduurzamen, is het in eerste instantie raadzaam om deze elementen aan te pakken om de grootste energieverliezen te beperken. In onze vorige blogposts vind je tips om hieraan te beginnen. Vloeren zonder isolatie of vochtscherm kunnen wel kouder aanvoelen of  grondvocht opnemen. Als er geen vochtproblemen zijn, is het isoleren van je vloer voornamelijk pas interessant wanneer je voorziet om grotere renovatiewerken uit te voeren, mogelijk in combinatie met het plaatsen van vloerverwarming. Soms kunnen hierdoor andere elementen met erfgoedwaarde wel intact behouden blijven.

De wenselijkheid voor het isoleren van de vloer dient afgewogen te worden ten opzichte van de erfgoedwaarde ervan. Een decoratieve vloer in de inkomhal hoeft niet de beste thermische eigenschappen te hebben en kan doorgaans perfect behouden te blijven. Het doortrekken van leidingen kan via onderboring of kelders gebeuren.

Daarnaast kunnen veel vloeren met de nodige voorzichtigheid perfect gedemonteerd worden en herplaatst. Na het uitgraven van de ondergrond wordt een nieuwe ondervloer gegoten, waarop de isolatielaag wordt aangebracht en wordt afgewerkt met een dampscherm. De vloer kan dan weer op dezelfde hoogte teruggeplaatst worden. BRC Bouw ontwikkelde een handleiding voor het demonteren van een tegelvloer.

Het is belangrijk om vooraf de ruimte die beschikbaar is voor de vloeropbouw op te meten. Soms is er door de aanwezigheid van een kelder niet voldoende ruimte om isolatie aan de bovenzijde te plaatsen. In dat geval dient isolatie via de kelderruimte of verhoging van het vloerniveau worden bekeken.

Als je een (droge) kelder hebt of je kruipruimte hoog genoeg is, kan je isolatiemateriaal onder de draagvloer aanbrengen. Je kan bijvoorbeeld tussen of onder de houten balken isolatieplaten, -dekens of thermokussens bevestigen. Het risico bestaat dat het binnenklimaat van de kelder nadien vochtiger wordt, vergeet daarom niet om je kelder  te ventileren. Wanneer je kruipruimte te laag is, kan je opteren voor bodemisolatie in plaats van vloerisolatie. Hierbij wordt isolatie aangebracht op de bodem van de kruipruimte om het bodemvocht tegen te houden. De isolerende werking is hier wel kleiner.

Ook bij plafonds zonder erfgoedwaarde kan eventueel via een verlaagd plafond geïsoleerd worden. Let hierbij wel op dat er geen overlap is met de bestaande raamopeningen.

Bij vloeren met een beperkte erfgoedwaarde kan in sommige gevallen bovenop de vloer geïsoleerd worden, indien ook de deuren en andere aansluitingsdetails een beperkte erfgoedwaarde hebben. De vloerpas wordt hiermee namelijk 5 à 10 cm verhoogd.

Hou er rekening mee dat het plaatsen van vloerverwarming bovenop een bestaande historische vloer niet reversibel is. De vloerverwarming zal aan de stenen of houten vloer verlijmd worden en is nadien niet meer zonder schade te verwijderen.  Ook zijn niet alle types van vloeren makkelijk te combineren met vloerverwarming. Een te vochtige parketvloer kan gaan krimpen. Hierdoor kunnen kieren en scheuren ontstaan of kan de vloer zelfs omhoogkomen.

Samengevat is voor herstel en isolatie van historische vloeren veel geduld en vakmanschap nodig. Preventief onderhoud is heel belangrijk om mogelijke schade te voorkomen. Zeker hout en keramiek zijn kwetsbare materialen. Bedenk dus goed of vloerisolatie je de gewenste energiewinst gaat opleveren of dat je niet met een aantal quick wins al in het nodige comfort kan voorzien.


Bronnen:

Monumentenwacht Vlaanderen, “Onderhoud van houten vloeren”, 2008, geraadpleegd via https://www.monumentenwacht.be/files/brochure_houtenvloeren.pdf.

Monumentenwacht Vlaanderen, “Onderhoud van keramische en cementtegelvloeren”, 2012, geraadpleegd via https://www.monumentenwacht.be/files/monu_bro_tegels.pdf.

De Groene Menukaart: https://www.degroenemenukaart.be/be/landelijk/woonhuizen/isolatie/vloerisolatie.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, “Isolatie van historische vloeren”, https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Isolatie_van_historische_vloeren.

CDR Bouw, “Handleiding voor demontage met het oog op hergebruik”, s.d., geraadpleegd via https://gidsduurzamegebouwen.brussels/sites/default/files/documents/2016-10/27199-handleiding-tegelwerk.pdf.

Erfpunt verbindt en inspireert